Wet op de consignatie van gelden
Artikel 9
1
Uitkering uit de consignatiekas vindt plaats op schriftelijk verzoek van degene die van zijn recht op uitkering doet blijken.
2
Bij de uitkering wordt, over geconsigneerde gelden, de rente vergoed, bedoeld in het volgende lid. De rente wordt niet vergoed ten aanzien van consignaties ten belope van minder dan 45,38. Dit bedrag kan door Onze Minister worden bijgesteld, indien de ontwikkeling van prijsindexcijfers hem daartoe aanleiding geeft.
3
Het percentage van de rente wordt door Onze Minister jaarlijks in de maand januari voor het alsdan ingetreden kalenderjaar vastgesteld. Bij de vaststelling van dat percentage wordt rekening gehouden met de ten tijde van die vaststelling geldende rente op direct opvraagbare spaarrekeningen bij grote bankinstellingen, de Postgiro en de Rijkspostspaarbank.
4
De rente begint te lopen op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de gelden door Onze Minister zijn ontvangen.
5
De rente wordt berekend tot en met de laatste dag van de maand, voorafgaande aan die waarin de uitkering geschiedt dan wel tot en met de laatste dag van de maand, voorafgaande aan die waarin de rechtsvordering tot uitkering is verjaard.
6
De rente wordt berekend over het aantal gehele euro?s waaruit de geconsigneerde som bestaat, met verwaarlozing van onderdelen van euro?s.
7
Onze Minister stelt, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, regelen vast met betrekking tot de voorwaarden, waaronder tot uitkering wordt overgegaan, zomede met betrekking tot uitkeringen in geval van derden-beslag onder de consignatiekas.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BB2420, Eerste aanleg - meervoudig, 252212 HA ZA 05-3295
Rechtsoort
Handelszaak
Datum uitspraak
11-07-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageOnteigening landbouwperceel en boomgaard.